Feest van de Transfiguratie of Verheerlijking van onze Heer en God en Verlosser Jezus Christus - 6 aug. '20
Feest van de Transfiguratie van onze Heer en Verlosser Jezus Christus
LEZINGEN Epistel: 2 Petrus 1:10-19 Evangelie: Matteüs 17:1-9
LITURGISCHE TEKSTEN
FEESTTROPARION Gij werd verheerlijkt op de berg, O Christus God, en aan Uw Leerlingen toonde Gij Uw heerlijkheid. Doe ook voor ons, zondaars, Uw eeuwig Licht stralen: Gij Die ons het Licht schenkt, ere zij U.
KONDAKION Op de berg werd Gij verheerlijkt, en vol verbazing mochten Uw Leerlingen Uw heerlijkheid aanschouwen. Opdat zij, wanneer zij U gekruisigd zouden zien, Uw Lijden als vrijwillig zouden herkennen, en aan de wereld zouden verkondigen, dat Gij in waarheid zijt de Afglans des Vaders.
DE TRANSFIGURATIE VAN DE HELE WERELD Z.A. Oecumenisch Patriarch Bartholomeos
“Daardoor heeft Hij ons de grootste en kostbare beloften geschonken, opdat u daardoor deel zou krijgen aan de goddelijke natuur” (2 Petrus 1:4). Zo is Gods gelofte aan ons, zoals opgenomen in de tweede brief van de H. Petrus in het Nieuwe Testament. In de vierde eeuw formuleerde de H. Athanasios van Alexandrië (298-373) dat fundamentele theologische axioma gelijkaardig: “God werd mens opdat wij goden zouden mogen worden (door de genade).” En slechts enkele jaren later definieerde de H. Basilios de Grote (330-379) de mens als “een schepsel dat het gebod heeft gekregen om een god te worden!”
De geschriften van de Kerkvaders waken er over om het mysterie van de menselijke persoon op dezelfde wijze te bewaren als wanneer ze spreken over de onpeilbare natuur van God. De mensheid bevat het beeld en de gelijkenis van God (Gen. 1:26), de eigenste adem van God (Gen: 2:7). We hebben God in het meest innerlijke deel van ons zijn. In dat opzicht is het begrip of thema theosis een centraal en vitaal aspect van orthodoxe denken en spiritualiteit door de eeuwen heen. Voor Symeon de Nieuwe Theoloog (949-1022) geldt:
Onze Meester is in geen enkel opzicht afgunstig dat stervelingen door genade aan Hem gelijk zouden schijnen te zijn. Hij vergenoegt en verheugt zich om ons, die menselijk werden geschapen, door de genade gezien te worden wat Hij van nature is. Want als we niet in alle opzichten exact zijn zoals Hij, hoe kunnen we dan met Hem verenigd worden? Hoe konden wij verblijven in Hem, en hoe kon Hij wonen in ons?
Sommige oosterse Kerkvaders gaan zover om te verklaren dat Jezus enkel om die reden het vlees heeft aangenomen, zelfs als Adam en Eva niet gezondigd hadden. Zo stelt de H. Gregorios Palamás (1296-1359):
“Wat betreft de omvorming van onze menselijke natuur, haar vergoddelijking en transfiguratie: waren die niet de volbrenging van Christus van meet af aan, vanaf het eigenste ogenblik dat Hij onze menselijke natuur aannam?” De overtuiging dat we allen tot de vergoddelijking geroepen zijn, leeft zelfs in onze tijd voort in de levende traditie van de heiligen. Zo stelt één van de meest recente schrijvers die slechts een jaar geleden door de orthodoxe Kerk heilig is verklaard, Porfýrios van Kafsokalívia (1906- 1991), vast:
Mensen zoeken vreugde en geluk in de hemel. Ze zoeken wat eeuwig is, ver van alles en iedereen. Ze zoeken vreugde te vinden in God, die het mysterie en de stilte is, oneindig en alles. Iedereen bezit die neiging van de ziel naar de hemel. Alle mensen keren naar Hem, al was het onbewust. Wend u dus voortdurend naar Hem. Leer gebed lief te hebben als een familiair gesprek met de Heer. Wat bovenal telt, is liefde, hartstochtelijke liefde voor de Heer, voor Christus de Bruidegom. Word Christus’ liefde waardig. Draai de knop van het gebed om, om niet in duisternis te leven, opdat het goddelijk licht uw ziel moge overstromen. Christus zal verschijnen in het diepst van uw zijn. Daar, in het diepste en meest innerlijk deel van uw ziel, is het Koninkrijk Gods. “Het Koninkrijk van God is binnen in u” (Lukas 17:21)
Uittreksel uit een conferentie gegeven in KULeuven op 29 januari 2015